To explore or not to explore?
Deel 1

Wanneer je een beweging wilt aanleren is het voor je lichaam van belang dat je begint met ‘exploren'. Dat wil zeggen: je begint met het ontdekken van een specifieke beweging of juist gedeeltes ervan. Als je hiermee bezig gaat, is het belangrijk om in je achterhoofd te houden dat je dit niet gelijk perfect hoeft te doen. 😉
Voel bijvoorbeeld waar je weerstand ervaart, waar je spieren stijf aanvoelen, of je ergens een beperking voelt of waar het misschien instabiel aanvoelt. Op deze manier breng je je lichaam in kaart en ervaar je wat er allemaal speelt tijdens het uitvoeren van een beweging. Een andere reden waarom je dit doet, is omdat wij mensen sportieve handelingen liever niet vanuit ons centrale zenuwstelsel doen, maar vanuit reflexen en automatismen. Denk maar aan wandelen of fietsen of sprinten wanneer je een bal probeert te onderscheppen, al deze bewegingen zijn automatismen. Alleen wanneer wij als mensen iets moeilijk vinden of verwachten pijn te krijgen, dan zullen wij alles rustiger en gecontroleerder willen uitvoeren. Dat voelt misschien heel goed maar zal op lange termijn je prestatie beperken of voor klachten zorgen. Daarom wil je zo graag ‘exploren’, opzoek naar betere beweegpatronen.

Passieve versus actieve stabiliteit
Eenmaal op ontdekkingstocht zal je lichaam bewegingen die inmiddels wat bekender zijn gaan ‘exploiten'. Dit betekent dat je lichaam de beweging verder zal gaan ontdekken maar vooral ook bezig gaat met optimaliseren en verbeteren. Beschouw het als je lichaam voorzien van een verscheidenheid aan data, zodat het de best mogelijke beweging kan produceren. Je lichaam kan af en toe in een bewegingspatroon vervallen dat goed voelt, maar misschien niet helemaal goed is. Dit noemen we passieve stabiliteit. Zo'n bewegingspatroon kan op den duur klachten geven of leiden tot mindere prestaties tijdens het sporten. Daarom is het belangrijk om je lichaam altijd uit te dagen en je grenzen te verleggen. Je wilt namelijk toewerken naar ‘actieve stabiliteit’, ofwel het juiste beweegpatroon. Deze vorm van stabiliteit is veel gunstiger voor het lichaam en beperkt mogelijk de kans op blessures. Zelfs zeer grote trauma's zoals het scheuren van een voorste kruisband of enkelbanden.
Voorbeelden van door het centrale zenuwstelsel gestuurde bewegingen, en dus het creëren van passieve stabiliteit, zijn bewegingen die je voortdurend perfect en gecontroleerd wilt uitvoeren. Of wanneer je door je trainer constant gecoacht wordt tijdens je training over specifieke posities. Wanneer je veel pijn ervaart, ga je ook bewust de beweging aanpassen vanuit je centrale zenuwstelsel. Allemaal niet ideaal dus. We zullen hierover later in andere blogs verder op in gaan.
De bovenstaande manieren van bewegen kunnen op korte termijn de nodige resultaten opleveren: het kan aanvoelen alsof je heel goed gecoacht wordt, of de beweging voelt goed en vertrouwd. Het nadeel is dat er een plateau zal ontstaan als gevolg van blessures of beperkingen omdat je in de passieve stabiliteit blijft hangen en niet bezig bent met het aanleren van actieve stabiliteit.

Voorbeelden uit de praktijk
Een mooi voorbeeld hiervan is hardlopen. Je stapt de deur uit en kunt gelijk lekker aan de slag, toch? Hardlopen is eigenlijk een veel complexere handeling dan de meeste mensen denken. Aangezien we veel gebruik maken van automatismen grijpen we snel terug naar iets wat we veel doen, in dit geval bijvoorbeeld wandelen. Als je voor het eerst gaat hardlopen zul je dit wandelpatroon enigszins versnellen, je stopt er een zweefmoment in en voilà: je bent aan het hardlopen. Maar is het wel zo simpel? Wanneer je op deze manier start met hardlopen is het voor je lichaam een flinke ‘schok’. Je lichaam vindt deze manier van wandelen met veel meer impact en hogere krachten namelijk eigenlijk helemaal niet zo prettig. Vooral je spieren en gewrichten niet. Zeker niet als je gelijk verre afstanden gaat rennen en uitdagende routes kiest.
Omdat je te weinig onderdelen van het hardlopen ‘ge-explored' hebt, zul je deze beweging dus ook niet gaan 'exploiten'. Je bent eigenlijk het wandelen gaan 'exploiten'. Het is daarom belangrijk om eerst allerlei deelbewegingen van het hardlopen te gaan 'exploren' en 'exploiten' in je aanvullende trainingen voordat je flinke afstanden gaat afleggen.

Fysiotherapie Personal Training Utrecht Hardloopbegeleiding

Kies de juiste oefeningen
Goede oefeningen voor je aanvullende training kunnen bijvoorbeeld oefeningen met weerstand zijn ("resistance training") of oefeningen in verschillende posities. Het is ook heel belangrijk dat je die oefeningen uitdaagt in complexiteit en in verschillende mogelijkheden. Op die manier zal je lichaam het hardlopen gaan verkennen en het gunstigere manieren van bewegen gaan 'exploiten'.

Stel jezelf bijvoorbeeld eens de vraag of een squat een oefening is die je helpt 'exploren' binnen het hardlopen of dat het je misschien juist kan beperken. Uiteraard zul je je beenspieren er sterker mee maken. Maar zijn die specifieke ontwikkelingen gunstig voor jou als hardloper? Je zou van de squat al heel simpel een split vorm kunnen maken, dan is de oefening al gunstiger voor een hardloper.

Fysiotherapie Personal Training Utrecht Hardloopbegeleiding

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld "jumping lunges" of een "single leg snatch to box". Beide oefeningen zijn hele explosieve handelingen, maar welke zal het beste bij jou passen? Ook al ziet de tweede oefening er erg ingewikkeld uit, als je begint met een kleine stap en een laag gewicht zal het zeker geen probleem zijn. Zolang je het maar niet gelijk té perfect wilt uitvoeren. Mocht het alsnog moeizaam gaan, dan moet je misschien eerst deze bewegen gaan ‘exploren’ ;).

Kom je er niet helemaal uit en heb je hier hulp bij nodig? Laat ons dan je hardlopen analyseren en een op maat gemaakt programma opstellen!

Zoek je goede oefeningen voor hardlopers? Check dan onze YouTube playlist “Running” voor allerlei ideeën!